Verkort Jaarverslag TIB 2019-2020

De Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) bericht in het verkorte jaarverslag beknopt over haar bevindingen en werkzaamheden in de periode van 1 april 2019 tot 1 april 2020.

Verkort Jaarverslag

De uitbraak van het nieuwe coronavirus SARS-CoV-2 had naast de grote maatschappelijke gevolgen voor personen en allerlei organisaties ook gevolgen voor de TIB. De TIB werkt met staatsgeheime informatie, waardoor het niet mogelijk is om bijvoorbeeld thuis te werken of op afstand te vergaderen. In het licht van de geadviseerde maatregelen en het ontbreken van plaatsvervangers voor de commissieleden, heeft de TIB haar werkproces tijdelijk aangepast om de continuïteit van de onafhankelijk toetsing van de inzet van bevoegdheden mogelijk te blijven maken. Overige werkzaamheden zijn als gevolg hiervan tijdelijk afgeschaald.

Met dit verkorte jaarverslag wordt desalniettemin inzage geboden in de kern van de door de TIB uitgevoerde werkzaamheden, te weten de toetsing van de door de minister verleende toestemming om bepaalde bijzondere bevoegdheden in te zetten. Daarmee wordt tevens voldaan aan de wettelijke eis om voor 1 mei verslag uit te brengen. De TIB zal zo spoedig mogelijk haar volledige jaarverslag vaststellen en aanbieden.

Resultaten van de rechtmatigheidstoets

De TIB heeft in de periode van 1 april 2019 tot 1 april 2020 in totaal 2355 verzoeken van de AIVD en de MIVD tezamen getoetst. De TIB heeft in deze periode bij 1,7% van de verzoeken van de AIVD geoordeeld dat de toestemming onrechtmatig is verleend. De TIB heeft bij 3,1% van de verzoeken van de MIVD geoordeeld dat de toestemming onrechtmatig is verleend. Voor beide diensten is het aantal onrechtmatigheden gedaald ten opzichte van de periode 1 mei 2018 tot 1 april 2019, toen de toestemming voor 4,5% van de AIVD verzoeken en voor 5,8% van de MIVD verzoeken als onrechtmatig is beoordeeld. In een zeer beperkt aantal gevallen heeft de TIB zich onbevoegd verklaard om te oordelen over verzoeken van de AIVD, omdat die moesten worden voorgelegd aan de rechtbank Den Haag op grond van artikel 30 van de Wiv 2017.

Bevindingen en conclusies

De kwaliteit van de verzoeken van de AIVD is sinds de start van de TIB aanzienlijk verbeterd. Deze stijgende lijn heeft zich ook gedurende de afgelopen toetsingsperiode doorgezet.

Aandachtspunten die tot op heden (gedeeltelijk) blijven bestaan met betrekking tot de verzoeken van beide diensten zijn onder andere de juistheid van de in de verzoeken opgenomen informatie, de inzet van bijzondere bevoegdheden op verzoek van het buitenland en de beschrijving van de technische hulpmiddelen en technische risico’s bij digitaal binnendringen, met name waar het binnendringen van derden en/of non-targets betreft. Met betrekking tot dit laatste punt heeft de TIB aandacht gevraagd voor de onderbouwing van de noodzaak om ongericht gegevens te verwerven en de (on)mogelijkheid om de verworven gegevens op het eerst mogelijke moment terug te brengen tot de voor het onderzoek noodzakelijke gegevens.

In het uit te brengen volledig jaarverslag zal de TIB u op deze en andere punten, waaronder de bevoegdheid van onderzoeksopdrachtgerichte interceptie, nader informeren.